De succescriteria van de internationale toegankelijkheidsrichtlijnen WCAG 2.0 en Principe Universeel zijn ingedeeld in niveaus. In dit artikel lees waarom ik adviseer om bij nieuwbouw te streven naar WCAG 2.0 niveau AA, en op principe Universeel voor AAA.
Inhoud
Niveaus
De richtlijnen hebben een gelaagde structuur. Je kunt meer lezen over deze gelaagde structuur in het inleidende artikel Wegwijs in de lagen van WCAG 2.0 (en Principe Universeel), maar kort gezegd komt het hier op neer: De richtlijnen bestaan uit een normatief deel: principes, deze zijn opgedeeld in richtlijnen, daaronder vallen succescriteria.
De succescriteria zijn genummerde criteria waarin verwoord wordt wanneer iets goed toegankelijk is. Bijvoorbeeld Succescriterium 2.4.2 Paginatitel: Webpagina’s hebben titels die het onderwerp of doel beschrijven.
Elk succescriterium is ingedeeld in een niveau:
- Niveau A staat voor het minimale toegankelijkheidsniveau.
- Niveau AA staat voor goede toegankelijkheid.
- Niveau AAA is het hoogste niveau van toegankelijkheid.
Het W3C geeft aan dat volledig voldoen aan niveau AAA niet haalbaar is voor elke website en dat dit niet het niveau is dat je standaard moet nastreven. Wel wordt aangemoedigd om, waar mogelijk, succescriteria uit niveau AAA mee te nemen. Hierin zitten belangrijke punten voor de bruikbaarheid van een site, zoals succescriteria over leesniveau, koppen en links.
De succescriteria zijn testbaar. Als je bijvoorbeeld voldoet aan de succescriteria die ingedeeld zijn op niveau A, dan voldoe je aan WCAG 2.0 niveau A. Voldoe je aan de succescriteria van niveau A en AA, dan voldoe je aan WCAG 2.0 niveau AA.
Principe Universeel
Principe Universeel vormde samen met WCAG 2.0 de Webrichtlijnen. De internationale toegankelijkheidsrichtlijnen WCAG 2.0 zijn internationaal vastgestelde richtlijnen voor digitale toegankelijkheid. Het gaat hier om toegankelijkheid voor mensen met een functiebeperking (doof en slechthorend, blind en slechtziend, motorische beperking, cognitieve beperking). De richtlijnen bestaan uit 4 principes: Waarneembaar, Bedienbaar, Begrijpelijk en Robuust. Onder deze principes vallen de succescriteria.
Wanneer je WCAG 2.0 met Principe Universeel combineert dan is digitale toegankelijkheid een breder begrip dan toegankelijkheid voor mensen met een functiebeperking. Het gaat erom dat informatie bruikbaar is voor iedereen, ongeacht:
- functiebeperking (zoals beschreven in de opgenomen WCAG 2.0-norm)
- zoekmachines
- software
- hardware
- device
- omstandigheden
Principe Universeel gaat daarom ook over bouwkwaliteit, doorzoekbaarheid en uitwisselbaarheid van webcontent. Niet alleen voor mensen met een functiebeperking is het een beter toegankelijke site geworden, maar ook voor:
- senioren
- tabletgebruikers en mobiele telefoongebruikers, waaronder Mobile Only users (groeiend aantal mensen dat alleen nog mobiel gebruikt voor internettoegang)
- mensen met minder snel internet of een beperkte datalimiet
- mensen met beperkende omstandigheden (geen muis, geen mogelijkheid geluid af te spelen, niet de laatste plug-ins)
- beperkte computervaardigheden
- mensen voor wie Nederlands niet de moedertaal is
- zoekmachines en natuurlijk mensen die zoekmachines gebruiken
Regel- en wetgeving: WCAG 2.0 niveau AA
In diverse landen worden eisen gesteld aan overheidswebsites en vaak wordt uitgegaan van WCAG 2.0 niveau AA.
In de Europese Unie is een richtlijn vastgesteld waarbij WCAG 2.0 niveau AA het uitgangspunt is. Deze voorgestelde wetgeving is van toepassing op de publieke sector en word in Nederland in september 2018 wetgeving.
In Nederland maakt ‘studeerbaarheid voor studenten met een functiebeperking’ sinds 1 januari 2011 deel uit van de instellingstoets en de uitgebreide opleidingsbeoordeling van de NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie). Dit betekent dat digitale toegankelijkheid, zoals die van websites en digitale leeromgevingen, onderdeel is van de eisen van accreditatie van hoger onderwijsinstellingen. Hierbij wordt WCAG genoemd, maar geen niveau.
Voldoen aan WCAG 2.0 niveau AA betekent voldoen aan de succescriteria van niveau A en AA voor de principes Waarneembaar, Bedienbaar, Begrijpelijk en Universeel.
Het W3C moedigt aan om, waar mogelijk, extra succescriteria van een hoger niveau mee te nemen. De site wordt daarmee beter toegankelijk voor de gebruiker. Voorbeelden van succescriteria op niveau AAA die interessant zijn om wel na te streven zijn:
- 2.4.9 Linkdoel (alleen link): De bestemming van de link is door de linktekst alleen duidelijk, ook buiten de context. Behulpzaam voor gebruikers van screenreaders en brailleleesregels die een linklijst met alle links op een pagina opvragen. Hierbij zie je niet de context bij de link. Maar ook behulpzaam voor bijvoorbeeld de scannende gebruiker en zoekmachines.
- 2.4.10 Paragraafkoppen: Elke contentsectie heeft een kop.
- 3.1.3 Ongebruikelijke woorden: Leg ongebruikelijke woorden of jargon uit.
- 3.1.4 Afkortingen: Geef de betekenis van een afkorting aan.
- 3.1.5 Leesniveau: Voor tekst die een hoog leesniveau vereist is aanvullende content of een alternatief aanwezig die makkelijker leesbaar is.
Ik raad zeker aan om de succescriteria op niveau AAA te bekijken en mee te nemen welke haalbaar zijn. Bekijk hiervoor ook het overzicht met alle WCAG 2.0 succescriteria per principe en niveau.
Principe Universeel
Principe Universeel is een aanbevolen standaard en losgekoppeld van WCAG 2.0. Voorheen vormde dit samen een verplichte overheidsstandaard.
Ook bij het voldoen aan Principe Universeel is het interessant om te kijken welke succescriteria van niveau AAA een goede en haalbare toevoeging zijn:
- U.10.2 Unieke en duurzame URI‘s: Dit betekent dat als content op een domein verplaatst wordt er bijvoorbeeld een redirect is naar de nieuwe URL. Dit is onder andere belangrijk bij een nieuwe website en migratie. De waarde die een pagina heeft voor zoekmachines wordt meeverhuisd naar de nieuwe pagina. Bezoekers kunnen content op de nieuwe pagina dan ook via zoekmachines makkelijk blijven vinden.
- U.10.3 Markeer dubbele content: Als er op 1 domein pagina’s zijn die hetzelfde zijn of heel erg op elkaar lijken, zorg dan dat automatisch doorverwezen wordt naar de belangrijkste url of dat een zogenaamde ‘canonical tag’ wordt gebruikt. Dit voorkomt dat zoekmachines waarde moeten verdelen over (vrijwel) identieke pagina’s.
Bekijk ook het overzicht van alle succescriteria van Principe Universeel en WCAG 2.0 .
Mijn advies bij aanbesteding: niveau AA+
Bij nieuwbouw van overheidssites en hoger onderwijssites ga ik uit van WCAG 2.0 niveau AA en voor principe Universeel niveau AAA. Ook ga ik uit van bijvoorbeeld het niveau AAA-succescriterium over duidelijke links. Ik noem dit niveau AA+.
Ga bij nieuwbouw niet uit van niveau A met het idee later aan niveau AA te voldoen. Toegankelijkheid en bouwkwaliteit voeg je niet achteraf toe zoals een sausje aan een gerecht, maar zitten in de basis. In een later stadium naar betere bouwkwaliteit werken kost meer geld en is complexer dan wanneer je het in de basis meeneemt.
Toegankelijkheid is het fundament van een goede en bruikbare site. Omdat toegankelijkheid zo in het fundament zit, is het lastig en duurder om in een volgende fase op te schalen. Een site kan nog zo gebruiksvriendelijk, taakgericht, vraaggestuurd zijn in het ontwerp, maar als het niet toegankelijk is voor iedereen, dan heeft dat minder waarde. Voor nieuwbouw van een goede site zal niveau AA dan ook eerder het uitgangspunt zijn, dan niveau A.
Waarom niet alleen WCAG 2.0? En waarom dan nog extra succescriteria van principe Universeel? De succescriteria van het principe Universeel dragen bij aan een goede toegankelijk site met een goede bouwkwaliteit, die goed doorzoekbaar en vindbaar is voor iedereen. En zoals SEO-expert Joost de Valk (Yoast.nl) zo mooi zei op het Congres Online Toegankelijkheid in 2011:
Als je een goede website wilt, ga dan uit van WCAG 2.0 niveau AA en voor principe Universeel AAA. Niet omdat het van iemand moet, maar omdat het een betere site wordt en je een betere opdrachtgever wordt.
Zorg voor goede afspraken tussen opdrachtgever en bouwer. Spreek in ieder geval het volgende af:
- welk niveau wordt gevraagd en aan welke extra succescriteria voldaan moet worden
- hoe wordt aangetoond of aan deze afspraken voldaan wordt (natuurlijk al gemonitord bij vroegtijdige toetsen)
- wie toetsingen of eventuele extra toetsingen betaalt
- wie extra kosten betaalt voor reparatie en binnen welke termijn deze opgelost moeten worden
Er kunnen afspraken gemaakt worden over dat pas (volledig) betaald wordt bij het voldoen aan het geëiste niveau en succescriteria.
Succes!
Vragen over dit artikel
Vragen of opmerkingen over dit artikel? Laat het me weten via info@iacobien.nl